Informatie over jodium

Tag: stand van zaken

Jodiumsituatie in Engeland

De jodiumsituatie in Engeland is, net als in veel andere Westerse landen, zorgelijk. In 2011 is een artikel in die Lancet gepubliceerd waarbij de jodiumstatus bij schoolgaande meisjes in de leeftijd van 14-15 is onderzocht. De metingen werden verricht in juni-juli 2009 en in november-december 2009.

Uiteindelijk werden 737 urine monsters verzameld. De mediane jodium uitscheiding in de urine bedroeg 80,1 µg/l, ver onder de minimale grens van 100 µg/l die de WHO hanteert. Een mild jodiumtekort werd volgens de onderzoekers vastgesteld bij 51%, een matig jodiumtekort bij 16% en een ernstig tekort bij 1%. Even uitgaande van 66 miljoen inwoners betekent dat meer dan een half miljoen Engelsen een ernstig tekort heeft, bijna 10 miljoen een matig tekort en ruim 33 miljoen een mild tekort.

De auteurs concluderen dan ook dat Engeland jodiumdeficient is. Zij dringen aan op actie vooral ook omdat ook een mild jodiumtekort uiteindelijk tot duidelijke beperkingen in de gezondheid leidt. Met name vragen zij aandacht voor de zwangeren en borstvoeding gevende vrouwen gezien de beperkingen op de ontwikkeling van het kind.

Helaas is met het dringende advies weinig tot niets gedaan En dus is Engeland behoorlijk deficiënt en ver verwijdert van een optimale gezondheid.

Vanderpump MPJ, Lazarus JH, Smyth PP, Laurberg P, Holder RL, Boelaert K, et al. Iodine status of UK schoolgirls: A cross-sectional survey. Lancet 2011.

Jodiumtekort in Italië

Italië is zo lang als er gegevens bekend zijn een land met een hoge mate van jodiumtekorten. Struma kwam en komt nog steeds veelvuldig voor. In het verleden kon het oplopen tot 15% van de kinderen, inmiddels is dit wel gedaald maar nog steeds een onacceptabel percentage van 6-9%.

Vanaf 1972 werd voor het eerst jodium toegevoegd aan zout, eerst in een lage dosering van 15 mg per kg zout. Rond 1991 werd dit verhoogd naar 30 mg per kg zout. Jodiumhoudend zout wordt meestal op vrijwillige basis gekocht.

Bij recente metingen werd struma bij 6-9 % van de kinderen geconstateerd en de mediane urine uitscheiding bedroeg 48-94 µg/l. Nog steeds te laag en ondanks een aantal pogingen is Italië nog steeds jodiumdeficient. Zelfs dusdanig dat struma nog steeds op veel te grote schaal voorkomt en matig tot ernstig jodiumtekort nog frequent voorkomt.

Ook is gekeken naar de uitscheiding bij zwangeren. Daar is de situatie nog zorgwekkender. Daar waar de WHO een ondergrens hanteert van 150 µg/l is de mediane uitscheiding in deze groep in Italie 62-95 µg/l. voor de verschillende regio’s.

Alles bij elkaar kan men als men erg positief gestemd is concluderen dat er een verbetering is waar te nemen. Echter Italië is nog ver verwijdert van een optimale jodiuminname in de bevolking. En, net als in Nederland, hoort er snel een einde te worden gemaakt aan jodiumtekort tijdens de zwangerschap.

Olivieri A, Tonacchera M, Vitti P. Summary of the first report on the iodine nutritional status in Italy. Iodine Glob Netword Organ 2012

Olivieri A, Di Cosmo C, De Angelis S, Da Cas R, Stacchini P, Pastorelli A, et al. The way forward in Italy for iodine. Minerva Med 2017.

Jodiumtekort in Nederland

Voordat we het jodiumtekort in Nederland gaan behandelen nog even kort een aantal uitgangspunten. Allereerst de meting volgens de WHO.
Om een goede inschatting te maken op bevolkingsniveau volstaat een meting van de hoeveelheid jodium in een portie urine. Er is wat betreft de WHO geen reden voor 24 uurs urine. Schattingen op basis van voedsel inname zijn niet aan de orde. Op die manier is er dus in alle landen een eenduidige manier van meten, goedgekeurd door de leden van de WHO. Hieronder de tekst van de WHO.

Voor de verschillende categorieën en waardes van de bepaling verwijzen we naar het blog over metingen. Zoals daar duidelijk wordt is dat een mediane jodium uitscheiding in de urine meer dan 100 microgram. Nogmaals, niet om te zorgen dan iedereen voldoende jodium binnenkrijgt, maar om te voorkomen dat meer dan 20% van de bevolking een matig of ernstig tekort heeft. Het doel is dus niet om 100% van de bevolking te voorzien van voldoende jodium.

Dan nu naar de situatie in Nederland. In Nederland zijn de laatste jaren geen goede onderzoeken opgezet zoals de WHO heeft aanbevolen. De meeste onderzoeken zijn gedaan in het Doetinchem cohort, niet specifiek opgezet voor jodium onderzoek. Een goed onderzoek zou in verschillende plaatsen in Nederland moeten worden gedaan. Mede omdat er grote verschillen lokaal kunnen zijn. Laten we de onderzoeken chronologisch doornemen.

Een van de eerste onderzoeken die is terug te vinden is het onderzoek wat door Nederland is doorgegeven aan de WHO.

Hier is uit af te leiden dat de mediane jodium uitscheiding in de urine 154 microgram per liter (µg/l) is. Daarmee voldoet Nederland prima aan de WHO criteria. maar zoals de WHO ook aangeeft en zoals we in metingen al hebben aangegeven. Een mediaan betekent niet dat iedereen voldoende binnen krijgt. De WHO maakt in haar rapport een schatting van het aantal mensen wat een tekort heeft. In population affected staat het geschatte aantal: 6.025.000 burgers.

Een tweede gepubliceerd onderzoek in Nederland is in 2007 verricht bij het Doetinchem cohort. Een lokale studie die iets zegt over een geselecteerde onderzoeksgroep. De resultaten laten op totaal niveau een mediane uitscheiding van 109 µg/l zien, een daling van 29%. Verder valt op dat, ondanks het feit dat op totaal niveau, de mediane uitscheiding nog net binnen de norm valt er wel groepen zijn die duidelijk onder de ondergrens van 100 µg/l zitten. Vrouwen boven de 50 jaar lijken vooral een hoger risico te lopen op een jodiumtekort. En voor vrouwen in de leeftijdcategorie van mogelijke zwangerschap en borstvoeding is een mediane uitscheiding van 105

Na dit onderzoek volgen er in Nederland nog 2 onderzoeken. Een in 2010 en één in 2015. Wat we zien is dat de jodium uitscheiding steeds verder daalt en in 2015 ook op totaal niveau inmiddels onder de 100 µg/l. Een daling van 39% ten opzichte van het eerste WHO rapport ruim 15 jaar geleden. Volgens de WHO criteria betekent het dat Nederland jodiumdeficiënt is.

Tot 2007 gebruikte Nederland de criteria volgens de WHO en vonden er geen aanpassingen plaats. Vanaf 2010, het moment waarop Nederland op totaal niveau deficient was, volgden er aanpassingen. Het RIVM besloot om naar de totale uitscheiding te kijken en vervolgens een schatting van de inname te maken. Een dergelijke aanpassing is door de WHO nooit onderzocht. De WHO hanteert de jodiumconcentratie van 100 µg/l. Als dat vertaald zou worden naar de totale daguitscheiding en vervolgens een inschatting moet worden gemaakt van de totale inname zal deze uiteraard veel hoger zijn dan de 100 µg/l concentratie. Desalniettemin vergelijkt het RIVM de totale geschatte inname met de 100 µg/l die de WHO hanteert. Echter, het zijn twee totaal verschillende eenheden die niet met elkaar kunnen worden vergeleken.

Daarnaast is het bijzonder dat er in 2010 door het RIVM een duidelijk advies en waarschuwing werd gegeven voor vrouwen tijdens de zwangerschap en borstvoeding:

Het is opmerkelijk dat de studie en monitoring uit 2015 heeft plaatsgevonden en een verdere verslechtering laat zien, maar er geen maatregelen worden genomen. Zelfs de groep die in 2010 dus eerder is aangemerkt als een risicogroep krijgt geen advies na een verdere verslechtering in 2015.

Er is maar één conclusie mogelijk na alle onderzoeken:

Nederland heeft weer een jodiumtekort.

Hooven CW Den, Ris-stalpers C. 24-uurs urine-excretie van jodium 2007:1–20.

Hendriksen MAHAH, Wilson-van den Hooven ECC, Van der A DLL. Zout- en jodiuminname 2010 Voedingsstatusonderzoek bij volwassenen uit 2011:36.

M. Hendriksen, Z. Etemad C. H. M. van den Bogaard DL van der A, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Salt, iodine and potassium intake among adults in Doetinchem in 2015. RIVM Briefrapport 2016-0081 2016:40.

Jodium in de wereld

Na het onderzoek van Marine en Kimball zijn er wereldwijd jodium suppletie programma’s gestart. In eerste instantie door elk land of deelstaat zelf georganiseerd, later met richtlijnen en adviezen vanuit de WHO. Daarbij was er in de eerste periode vooral aandacht voor de huidige Westerse Wereld landen. Zeker na de introductie van de WHO verschoof de aandacht naar vooral de Derde Wereld landen.

In die periode is er uiteindelijk gekozen voor een suppletie strategie waarbij jodium wordt toegevoegd aan zout. Voor de introductie van de WHO waren er nog wel verschillen. Enerzijds werd zout het meest toegepast, anderzijds werd het in verschillende gebieden ook wel toegevoegd aan water. Ook in Nederland is daar in verschillende plaatsen voor gekozen. Maar zoals gezegd uiteindelijk werd het zout.

Alleen in gebieden die moeilijk kunnen worden bereikt en de suppletie onvoldoende kan worden gegarandeerd wordt ook gebruik gemaakt van gejodeerde olie die jaarlijks wordt toegediend aan personen.

Nadat de WHO het probleem als onderdeel van wereldwijd beleid heeft opgepakt werden er ook metingen verricht om te controleren of de jodium suppletie voldoende was.

De laatste wereldwijde meting door de WHO dateert alweer uit 2004. Het rapport uit die periode laat een onthutsend beeld zien. Uit onderstaande tabel uit het rapport van de WHO wordt duidelijk dat Europa anno 2003 de slechtste rapportcijfers laat zien. Inmiddels doen de Derde Wereld landen het beter en zijn de Westerse landen afgedaald naar het niveau dat voorheen toebehoorden aan de Derde wereld.

De reden daarvan is niet heel moeilijk. In de westerse wereld zijn stevige zoutadviezen en zijn stevige campagnes gevoerd om dat zoutgebruik terug te dringen. En dat is heel goed gelukt. Tegelijkertijd is de concentratie jodium per kg zout daar niet op aangepast. Dit naast de veel mindere consumptie van vis en het afschaffen van levertraan, beide bronnen rijk aan jodium, maken het vrijwel onmogelijk om nog voldoende jodium binnen te krijgen

Na dit rapport is er helaas niet veel gewijzigd. De rapporten over verschillende landen die na 2004 zijn uitgevoerd zijn nogal verontrustend. Landen als Italie, Spanje en Engeland zijn fors deficient. Maar dat geldt voor veel meer landen. Met betrekking tot Europa zal daar in een volgend blog op in worden gegaan.

 de Benoist B, Andersson M, Egli I, Takkouche B, Allen H. Iodine status worldwide. WHO Glob Database Iodine Defic Geneca World Heal Organ 2004.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén