Voordat we het jodiumtekort in Nederland gaan behandelen nog even kort een aantal uitgangspunten. Allereerst de meting volgens de WHO.
Om een goede inschatting te maken op bevolkingsniveau volstaat een meting van de hoeveelheid jodium in een portie urine. Er is wat betreft de WHO geen reden voor 24 uurs urine. Schattingen op basis van voedsel inname zijn niet aan de orde. Op die manier is er dus in alle landen een eenduidige manier van meten, goedgekeurd door de leden van de WHO. Hieronder de tekst van de WHO.

Voor de verschillende categorieën en waardes van de bepaling verwijzen we naar het blog over metingen. Zoals daar duidelijk wordt is dat een mediane jodium uitscheiding in de urine meer dan 100 microgram. Nogmaals, niet om te zorgen dan iedereen voldoende jodium binnenkrijgt, maar om te voorkomen dat meer dan 20% van de bevolking een matig of ernstig tekort heeft. Het doel is dus niet om 100% van de bevolking te voorzien van voldoende jodium.

Dan nu naar de situatie in Nederland. In Nederland zijn de laatste jaren geen goede onderzoeken opgezet zoals de WHO heeft aanbevolen. De meeste onderzoeken zijn gedaan in het Doetinchem cohort, niet specifiek opgezet voor jodium onderzoek. Een goed onderzoek zou in verschillende plaatsen in Nederland moeten worden gedaan. Mede omdat er grote verschillen lokaal kunnen zijn. Laten we de onderzoeken chronologisch doornemen.

Een van de eerste onderzoeken die is terug te vinden is het onderzoek wat door Nederland is doorgegeven aan de WHO.

Hier is uit af te leiden dat de mediane jodium uitscheiding in de urine 154 microgram per liter (µg/l) is. Daarmee voldoet Nederland prima aan de WHO criteria. maar zoals de WHO ook aangeeft en zoals we in metingen al hebben aangegeven. Een mediaan betekent niet dat iedereen voldoende binnen krijgt. De WHO maakt in haar rapport een schatting van het aantal mensen wat een tekort heeft. In population affected staat het geschatte aantal: 6.025.000 burgers.

Een tweede gepubliceerd onderzoek in Nederland is in 2007 verricht bij het Doetinchem cohort. Een lokale studie die iets zegt over een geselecteerde onderzoeksgroep. De resultaten laten op totaal niveau een mediane uitscheiding van 109 µg/l zien, een daling van 29%. Verder valt op dat, ondanks het feit dat op totaal niveau, de mediane uitscheiding nog net binnen de norm valt er wel groepen zijn die duidelijk onder de ondergrens van 100 µg/l zitten. Vrouwen boven de 50 jaar lijken vooral een hoger risico te lopen op een jodiumtekort. En voor vrouwen in de leeftijdcategorie van mogelijke zwangerschap en borstvoeding is een mediane uitscheiding van 105

Na dit onderzoek volgen er in Nederland nog 2 onderzoeken. Een in 2010 en één in 2015. Wat we zien is dat de jodium uitscheiding steeds verder daalt en in 2015 ook op totaal niveau inmiddels onder de 100 µg/l. Een daling van 39% ten opzichte van het eerste WHO rapport ruim 15 jaar geleden. Volgens de WHO criteria betekent het dat Nederland jodiumdeficiënt is.

Tot 2007 gebruikte Nederland de criteria volgens de WHO en vonden er geen aanpassingen plaats. Vanaf 2010, het moment waarop Nederland op totaal niveau deficient was, volgden er aanpassingen. Het RIVM besloot om naar de totale uitscheiding te kijken en vervolgens een schatting van de inname te maken. Een dergelijke aanpassing is door de WHO nooit onderzocht. De WHO hanteert de jodiumconcentratie van 100 µg/l. Als dat vertaald zou worden naar de totale daguitscheiding en vervolgens een inschatting moet worden gemaakt van de totale inname zal deze uiteraard veel hoger zijn dan de 100 µg/l concentratie. Desalniettemin vergelijkt het RIVM de totale geschatte inname met de 100 µg/l die de WHO hanteert. Echter, het zijn twee totaal verschillende eenheden die niet met elkaar kunnen worden vergeleken.

Daarnaast is het bijzonder dat er in 2010 door het RIVM een duidelijk advies en waarschuwing werd gegeven voor vrouwen tijdens de zwangerschap en borstvoeding:

Het is opmerkelijk dat de studie en monitoring uit 2015 heeft plaatsgevonden en een verdere verslechtering laat zien, maar er geen maatregelen worden genomen. Zelfs de groep die in 2010 dus eerder is aangemerkt als een risicogroep krijgt geen advies na een verdere verslechtering in 2015.

Er is maar één conclusie mogelijk na alle onderzoeken:

Nederland heeft weer een jodiumtekort.

Hooven CW Den, Ris-stalpers C. 24-uurs urine-excretie van jodium 2007:1–20.

Hendriksen MAHAH, Wilson-van den Hooven ECC, Van der A DLL. Zout- en jodiuminname 2010 Voedingsstatusonderzoek bij volwassenen uit 2011:36.

M. Hendriksen, Z. Etemad C. H. M. van den Bogaard DL van der A, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Salt, iodine and potassium intake among adults in Doetinchem in 2015. RIVM Briefrapport 2016-0081 2016:40.